Koopzucht in de jaren negentig


Iedere week publiceren we op deze website een deel van een hoofdstuk uit ons boek. Deze week hoofdstuk 2.

Hoofdstuk 2: Koopzucht in de jaren negentig

Olaf: Ik ben geboren in 1965 en opgegroeid in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Ik begon te verdienen in de jaren negentig van de vorige eeuw. Mijn motto was heel lang “Greed is good”. Ik was een soort Gordon Gekko in de dop (uit de film ‘Wall Street’) en ik geloofde heilig dat neoliberalisme de weg was naar geluk en welvaart voor iedereen. Geluk zat voor mij in het hebben en aanschaffen van zoveel mogelijk dure spullen. Toen ik begon met werken, ging het meeste van mijn geld op aan peperdure merkkleding, horloges, boeken, cd's en geurtjes. Ik dacht: ik koop, dus ik besta. In die tijd was mijn levensdoel om zoveel mogelijk geld te verdienen.

Hoeveel ik ook verdiende, het was nooit genoeg. Binnen in mij zeurde een onverzadigbaar monstertje dat telkens meer wilde en nooit tevreden was. Maar het gekke was dat ik niet ongelukkig of depressief was. Integendeel, ik dacht dat het zo hoorde en om mij heen leefde iedereen een materialistisch leven. Ik kocht ieder half jaar twee nieuwe pakken, ik had een supersnelle Audi A3 en een baan als account manager. Ik stond elke dag uren in de file op de A12 richting Rotterdam. In de lunchpauze ging ik met mijn collega’s naar de ‘koopgoot’. Iedere week kocht ik iets om mezelf te belonen voor de vele uren die ik werkte en in de file stond. Voor mij stond spullen kopen gelijk aan geluk. Als mensen mijn dure overhemden en horloges zagen, dan zagen ze in mijn ogen een zeer succesvol mens. 

Verder lezen?

Nieuwsgierig geworden naar de rest van het hoofdstuk en het boek? Je kunt ons digitale boek bestellen via onder andere bol.com. De papieren versie bestel je via Amazon.